- Maak een boodschappenlijstje. Op deze manier neem je alleen mee wat op je lijstje staat, en ben je minder geneigd om producten te kopen die je niet nodig hebt.
- Stel op voorhand een weekmenu samen en controleer wat er nog in je koelkast, diepvries en voorraadkast ligt.
- Probeer af en toe nieuwe gezonde producten uit, zodat er voldoende variatie in je maaltijden blijft.
- Probeer je bezoek aan de supermarkt te beperken tot 1 keer per week.
- Pas op voor eten om te proeven. Supermarkten proberen op veel manieren je zintuigen te prikkelen. Denk maar aan de lekkere gratis blokjes kaas in de winkels, die meteen je aandacht trekken, of de geur van versgebakken brood die je een aangenaam gevoel geeft en impulsaankopen bevordert. Eten om te proeven vergroot de kans dat je het product effectief in je mandje legt, omdat je je als het ware verplicht voelt om iets terug te doen. Laat je niet verleiden door deze aanbiedingen!
- Ga niet met een lege maag naar de supermarkt. Met een hongergevoel zal je sneller zwichten en ongezonde producten in je mandje leggen. Ook na een lange werkdag naar de supermarkt gaan, kan leiden tot impulsaankopen. Probeer daarom onderweg een kleine, voedzame snack te eten.
- Ga naar je vertrouwde supermarkt. Als je weet waar alles staat, zijn je boodschappen sneller gedaan en kun je de snackafdeling vermijden.
- Kies de juiste kassa. Zoals hierboven ook al vermeld werd, liggen aan de kassa in de supermarkt vaak heel wat zoetigheden die je op het laatste moment nog in je mandje kan leggen. Kies daarom bijvoorbeeld voor de zelfscankassa, waar deze ‘guilty pleasures’ niet voor je ogen dansen en je dus de verleiding gemakkelijker kunt weerstaan.
- Laat de hoeveelheidskortingen en voordeelverpakkingen voor wat ze zijn. Meestal gaat het hierbij over ongezonde producten die je niet echt nodig hebt.
- Plan van te voren je route. Over de indeling van de supermarkten is vaak heel goed nagedacht. Essentiële voedingsmiddelen, zoals zuivelproducten, staan meestal achterin de supermarkt. Op deze manier word je gestimuleerd om alle gangen van de supermarkt te doorlopen. Probeer je hierbij enkel te focussen op de producten die je echt nodig hebt.
- Neem een mandje in plaats van een winkelwagentje. Het lijkt banaal, maar doordat een mandje veel kleiner is, ga je je beter aan je boodschappenlijstje houden. Kies bij voorkeur een mandje dat je moet dragen, zo begeef je je veel sneller naar de kassa.
- Pas op voor voedingsclaims. De claim ‘light’ mag vermeld worden als het product 30% minder energie, suiker of vet bevat, dan een vergelijkbaar product. Vaak wordt echter 30% minder suiker toegevoegd aan het product maar bevat het weer meer vet, waardoor het product geen verbetering is. In light chips bijvoorbeeld worden meer koolhydraten en eiwitten toegevoegd, waardoor het aantal calorieën juist gaat stijgen. Meestal heb je dus te maken met sterk bewerkte producten, waar weinig tot geen voedingswaarde in zit. Bovendien hebben dergelijke producten een psychologische impact, omdat je denkt dat je gerust wat meer mag eten van een light product. Uiteindelijk heb je echter dezelfde hoeveelheid calorieën binnen.
- Ook ‘0% vet’ is een gevaarlijke voedingsclaim. Om een product helemaal vetvrij te krijgen, zijn namelijk veel chemische bewerkingen noodzakelijk. Hierdoor verliest het product veel van zijn oorspronkelijke voedingswaarde en bevat het vaak meer suikers om de smaak te verbeteren. Vetten zijn namelijk de grootste smaakmakers, dus veelal worden extra additieven toegevoegd. Daarnaast zijn vetten echter wel nodig voor een goede opname van vitaminen en mineralen. Ze helemaal schrappen uit je voedingspatroon is dus geen goed idee. Een bepaalde hoeveelheid onverzadigde vetten is dus zeker noodzakelijk. Deze vetten vinden we terug in vis, olie, plantaardige oliën, noten, e.a.
Bronnen: Voedingscentrum, Door deze marketingtrucs eet je meer dan je wilt. Vlaams Instituut Gezond Leven, PowerSlim,Ga voor gezonde inkopen in de supermarkt. ILVO Vlaanderen (2017), Voedingsclaims en voorwaarden daarvoor.